Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Met [70]handen bedekt [71]Hij het [72]licht, en [73]doet aan hetzelve verbod door [74]dengene, die tussen doorkomt. 70. Versta, de wolken, die bij vlakke en open handen vergeleken worden, omdat zij eerst in een klaren hemel opkomende, zowat somtijds de gelijkenis hebben van een uitgebreide hand. Vergelijk 1 Kon.18:44. 71. Namelijk, God. 72. Te weten, der zon. Vergelijk boven, hfdst.17 vs.12. Anderen verstaan, het weerlicht. 73. Dat is, verbiedt het licht der zon niet te schijnen; dat is, God ordineert en maakt dat de zon voor een tijd haar licht niet geve. Het Hebreeuwse woord isin de constructie of samenstelling, die hier is genomen voor verbieden, dat is gebieden, dat enige zaak niet geschiede; Gen.2:16, en Gen.28:6; Jes.5:6. 74. Versta de wolk, die, tussen het lichaam der zon en ons gezicht komende, ons het schijnsel der zon beneemt. Anderen vertalen vs.32 aldus: Hij verbergt de vlam [te weten, des bliksems], in de palmen zijner handen, en gebiedt die wat haar moet bejegenen, te weten, om te slaan en te beschadigen.